Wettelijke inflatiecorrectie in 2025

De wettelijke inflatiecorrectie is een jaarlijkse aanpassing van onder meer belastingtarieven, grenzen en toeslagen om te compenseren voor inflatie. De overheid stelt de hoogte van deze correctie vast op basis van de prijsontwikkelingen van het voorgaande jaar. Zo wordt geprobeerd om de koopkracht van burgers op peil te houden ondanks stijgende prijzen.

In 2025 ligt de verwachte inflatie (3,0%) iets lager dan in 2024 (3,2%). Daarom vallen de meeste wettelijke aanpassingen ook bescheidener uit. 

Voor de meeste regelingen geldt een verhoging van circa 1% tot 3%, afhankelijk van het beleidsterrein.

Voor werknemers is de inflatiecorrectie merkbaar via belastingen en het minimumloon.

• In de inkomstenbelasting zijn de schijfgrenzen en heffingskortingen in 2025 met ongeveer 1,2% verhoogd. Ook verandert er wat qua belastingschijven in 2025: er is een extra belastingschijf in box 1 ingevoerd, waardoor lage en middeninkomens iets minder belasting betalen over het eerste deel van hun inkomen.
• Het tarief in de eerste schijf bedraagt 36,97% en de grens ligt in 2025 hoger dan in 2024.
• Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2025 verhoogd met 2,42% en bedraagt nu €14,40 per uur voor werknemers van 21 jaar en ouder.

Door deze aanpassingen verandert het netto-inkomen licht positief, al blijft de koopkrachtontwikkeling afhankelijk van cao-loonstijgingen en de ontwikkeling van de prijzen.

Werkgevers merken de inflatiecorrectie vooral via loonadministratie en cao-afspraken.

• Bedrijven met cao’s waarin automatische prijscompensatie (APC) is opgenomen, passen loonsverhogingen toe op basis van de inflatie.
• In 2025 ligt de inflatie lager dan in 2024, maar loonkosten stijgen nog steeds door structurele cao-verhogingen.
• Werkgevers moeten daarnaast rekening houden met gewijzigde belastingtarieven, premies en heffingskortingen, die door de inflatiecorrectie zijn aangepast.

De administratieve lasten blijven grotendeels gelijk, maar de totale loonkosten stijgen gemiddeld nog steeds met enkele procenten door cao-afspraken.

Voor consumenten zorgt de inflatiecorrectie ervoor dat belastingtarieven en toeslagen worden aangepast aan de prijsontwikkeling, maar tegelijkertijd stijgen ook veel prijzen.

• De toeslagen (zoals zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget) zijn in 2025 gemiddeld met ongeveer 3% verhoogd.
• Diensten zoals energiecontracten, internet- en telefoonabonnementen passen vaak hun eigen jaarlijkse inflatiecorrectie toe.
• De daadwerkelijke koopkrachtverbetering hangt af van de persoonlijke situatie en de ontwikkeling van prijzen in 2025.

De inflatie in Nederland wordt in 2025 geraamd op rond de 3%, wat iets boven met het Europees gemiddelde ligt.

Ook bij gepensioneerden speelt inflatiecorrectie een rol. Pensioenen worden in veel gevallen geïndexeerd op basis van inflatie, maar dit verschilt per pensioenfonds. De uiteindelijke impact op hun besteedbaar inkomen hangt dan ook sterk af van de mate waarin hun pensioen wordt geïndexeerd.

• AOW-uitkeringen zijn zowel in januari 2025 als juli 2025 verhoogd conform de ontwikkeling van het minimumloon.
• De belastingtarieven voor AOW-gerechtigden zijn licht aangepast door de algemene indexatie van ongeveer 1,2%.

Het besteedbaar inkomen van gepensioneerden stijgt daardoor beperkt, maar meestal wel iets meer dan de inflatie.

De overheid past niet alleen de belastingtarieven aan op basis van de inflatiecorrectie, maar ook toeslagen en uitkeringen. Dit betekent dat toeslagen zoals de zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget aangepast worden aan de gestegen kosten van levensonderhoud. 

• De maximale zorgtoeslag is in 2025 licht verhoogd ten opzichte van 2024. Alleenstaanden kunnen in 2025 maximaal ongeveer € 158 per maand ontvangen, en paren met toeslagpartner rond € 270 per maand. De exacte bedragen zijn afhankelijk van inkomen en vermogen.
• Voor de huurtoeslag geldt dat de maximale huurgrens in 2025 is verhoogd naar ongeveer € 905 per maand. In 2024 lag die grens nog op +/- € 880. Hierdoor komen iets meer huurders in aanmerking voor huurtoeslag.
• Ook de vermogensgrens voor huurtoeslag is in 2025 aangepast. Fiscale partners mogen gezamenlijk ongeveer € 76.000 aan vermogen bezitten om recht te houden op huurtoeslag, tegenover € 73.904 in 2024.

De wijzigingen in de belastingtarieven in box 1 gelden ook voor zzp’ers. Verder:

• De MKB-winstvrijstelling blijft in 2025 op 13,31%.
• De zelfstandigenaftrek daalt verder: van € 3750 in 2024 naar € 3420 in 2025, volgens het afbouwpad tot € 900 in 2027.
• Ook kunnen zzp’ers € 0,23 per zakelijk gereden kilometer blijven aftrekken.