Beleggen gaat altijd gepaard met risico. Over het algemeen geldt dat hoe hoger het risico, hoe groter het potentiële rendement is, maar ook de kans op verlies is groter. Op deze pagina leggen we uit welke risico's je loopt als je belegt en welke risico's gelden bij specifieke beleggingsproducten.
N.B.: Voor de officiële en volledige risicoinformatie verwijzen we je naar Risico's van beleggen
Home › Investeren › Risico's van beleggen
Er zijn
waar je als belegger mee te maken kunt krijgen: van inflatierisico tot valutarisico en van volatiliteit tot kostenrisico. We behandelen alle risico's op deze pagina.Sommige risico’s kun je
dan andere. En sommige beleggingsproducten hebben grotere risico's dan andere.en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: een hogere potentiële winst altijd gepaard gaat met een grotere kans op verlies.
De economische ontwikkelingen van het land waarin je belegt, zijn van grote invloed op de prestaties van je beleggingen. Economieën zijn immers onderhevig aan fluctuaties met fasen van opwaartse en neerwaartse bewegingen, pieken en dalen.
Tijdens een neerwaartse beweging van de economie, kan de waarde van de belegging negatief worden beïnvloed.
Inflatierisico betekent dat je geld minder waard kan worden door prijsstijgingen. Als de prijzen sneller stijgen dan dat je belegging of spaargeld groeit, kun je minder kopen met hetzelfde geld.
Met andere woorden: als je belegging bijvoorbeeld 2% per jaar oplevert, maar de inflatie 3% is, verlies je eigenlijk geld in wat je echt kunt kopen. Dit noemen we een negatieve reële rente: je inkomsten groeien niet genoeg om de stijgende kosten bij te houden, en je verliest koopkracht.
Als de debiteur in het buitenland is gevestigd, kunnen betalingen vertraagd zijn of helemaal niet worden uitgevoerd. Dit kan gebeuren, ook als de partij wel wíl en kán betalen, omdat het land regels heeft die betalingen naar het buitenland moeilijk maken. Bijvoorbeeld als er politieke problemen of economische problemen in dat land zijn.
Dit noemen we land- of overschrijvingsrisico. Het betekent dat een belegger geld kan verliezen door deze vertragingen of beperkingen.
Bij valutarisico’s kunnen we een onderscheid maken tussen directe en indirecte valutarisico’s.
Indirecte valutarisico’s zijn uitwerkingen die koersschommelingen tussen valuta’s hebben op, bijvoorbeeld, de prestaties van exporterende bedrijven. Een sterke euro ten opzichte van de yen kan negatieve uitwerkingen hebben op een Duits bedrijf dat veel naar Japan exporteert. De marktwaarde van het aandeel daalt (specifiek risico).
Directe valutarisico’s hebben betrekking op de directe waarde van jouw investering. Als je obligaties in dollar aanhoudt en de dollar wordt minder waard ten opzichte van de euro, verlies je geld als je de investering liquide wilt maken in euro. Als je aandelen die je in dollar hebt gekocht, wilt verkopen in euro, bepaalt de koers mede jouw rendement.
De koersen van de beleggingen fluctueren in de loop der tijd. Volatiliteit is de maatstaf voor deze fluctuaties. Hoe hoger de volatiliteit van een belegging, hoe meer de koers kan fluctueren. Daarom is beleggen in kapitaalbeleggingen met een hogere volatiliteit riskanter, omdat het een hoger risico op verlies inhoudt.
Liquiditeitsrisico heeft betrekking op de liquiditeit (verhandelbaarheid) van een investering. Bij gebrekkige liquiditeit kun je bijvoorbeeld een aandeel of fonds niet (snel genoeg) van de hand doen.
Als je al kunt verkopen, ontvang je een te lage prijs voor je investering. Een liquiditeitsprobleem treedt op als bijzonder veel beleggers willen verkopen. De aanbieder van een fonds heeft dan niet genoeg liquiditeit om aan deze vraag te voldoen. Hierdoor ontstaat een bijzonder grote spread (verschil tussen de vraag- en aanbodprijs).
Over het algemeen geldt: hoe kleiner de aanbieder of de reserves die deze aanbieder aanhoudt, hoe hoger het risico. Maar in extreme situaties kunnen liquiditeitsrisico’s bij alle investeringsvormen optreden, omdat er simpelweg niet genoeg kopers zijn en teveel partijen willen verkopen.
Inkomsten uit beleggingen zijn onderhevig aan belasting voor de belegger. Belastingen en heffingen verminderen het werkelijk behaalde rendement van de belegger. Wijzigingen in de fiscale regelgeving voor inkomsten uit beleggingen en investeringen kunnen leiden tot een hogere belasting- en lastendruk. Beleggingen in het buitenland kunnen ook leiden tot dubbele belasting. Het belastingbeleid kan een positieve of negatieve uitwerking hebben op de koersontwikkeling op de kapitaalmarkten als geheel.
Kosten hebben een aanzienlijke invloed op het rendement, omdat ze eerst moeten worden gedekt voordat winst kan worden gerealiseerd. Banken, financiële dienstverleners en fondsaanbieders brengen beheervergoedingen, commissies en andere kosten in rekening voor hun diensten. Naast de koers van de belegging worden bij de aankoop en verkoop van de belegging ook verschillende kosten gemaakt, zoals transactiekosten of commissies.
Er moet ook rekening worden gehouden met lopende kosten, zoals de bewaarkosten van de effectenrekening. Er moet dus zorgvuldig worden omgegaan met de kosten van kapitaalbeleggingen.
Als beleggingen worden gefinancierd door middel van leningen of als er aanvullende leningen worden aangegaan door effecten als onderpand te stellen, creëert dit een hefboomeffect op het belegde kapitaal. Als gevolg daarvan kan het risico van de belegger aanzienlijk toenemen.
Als de waarde van de belegging daalt, moet de lening mogelijk worden terugbetaald met extra middelen en kan de belegger gedwongen zijn om de belegging te verkopen. In het geval van hefboombeleggingen kan een daling van de waarde van de belegging ertoe leiden dat de kredietverstrekker een aanvullend onderpand eist en, indien deze niet wordt verstrekt, de lening opeist.
Als je belegt in een beleggingsfonds, kun je te maken krijgen met de volgende risico's:
Als je belegt in een ETF of indexfonds, kun je - naast de eerder genoemde algemene beleggingsrisico's - te maken krijgen met de volgende risico's: