In het tweede kwartaal van 2025 lag het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens 2,8% hoger dan een jaar eerder. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. De stijging is vooral te danken aan hogere cao-lonen en een toename van sociale uitkeringen. Tegelijkertijd nam de hypotheekschuld in Nederland verder toe, mede door hogere huizenprijzen en meer woningtransacties.
Home > Nieuws > Beschikbaar inkomen huishoudens 2,8% hoger in tweede kwartaal 2025
Door: Nicole van Roekel - 24 september 2025
Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens steeg met 2,8% vergeleken met Q2 2024.
Beloning van werknemers nam het sterkst toe (+5,9%), aangevuld met hogere sociale uitkeringen (+6,2%).
De hypotheekschuld groeide met € 12,6 miljard naar € 911,6 miljard, goed voor 79,2% van het bbp.
Het inkomen van zowel werknemers als zelfstandigen groeide ten opzichte van vorig jaar. Het inkomen van werknemers steeg met 5,9%, vooral door hogere cao-lonen (+5,3%) en een groei van het aantal banen (+1,5%). Ook de hoogte van uitkeringen nam stevig toe (+6,2%), omdat ze gekoppeld zijn aan de verhoging van het minimumloon.
Na correctie voor inflatie bleef hierdoor meer besteedbaar inkomen over, ondanks dat huishoudens ook 3% meer belastingen en sociale premies betaalden.
Aan de andere kant steeg de hypotheekschuld fors, met € 12,6 miljard in een kwartaal tijd. Daarmee kwam de totale hypotheekschuld op € 911,6 miljard.
Als percentage van het bbp nam de schuld voor het eerst sinds begin 2021 weer toe, tot 79,2%. De stijging hangt sterk samen met de opleving van de huizenmarkt: hogere huizenprijzen én meer woningverkopen vergroten de noodzakelijke financiering via hypotheken.
De hogere inkomensontwikkeling vergroot in principe de ruimte voor sparen, zeker voor huishoudens die profiteren van de cao-loonstijgingen. Maar de oplopende hypotheekschuld duidt erop dat een groter deel van het inkomen richting woonlasten gaat.
Hierdoor kan er een spanningsveld ontstaan: sommige huishoudens houden juist meer geld over om te sparen, terwijl anderen die recent een woning hebben gekocht, minder vrij besteedbaar inkomen hebben.
Voor spaarders is het positief dat er structureel meer inkomsten binnenkomen, zeker in combinatie met de relatief sterke stijging van sociale uitkeringen. Dit kan het spaarvolume in Nederland laten toenemen.