Elke belegging op de kapitaalmarkt brengt kansen en risico's met zich mee. Dit document met informatie over de risico's geeft u inzicht in de risico's die verbonden zijn aan financiële beleggingen en aanverwante diensten. De waarde van de aangeboden ETF's en de indexfondsen is onderhevig aan fluctuaties op de markt. De koers van de beleggingen kan stijgen of dalen. In extreme gevallen kan het belegde bedrag volledig verloren gaan. De overige verstrekte documenten, met name de prospectussen van de kapitaalbeheermaatschappijen, bevatten gedetailleerdere informatie over de betreffende belegging.
Economisch risico:
Economieën ontwikkelen zich niet gelijkmatig, maar zijn onderhevig aan cyclische fluctuaties met fasen van opwaartse en neerwaartse bewegingen, pieken en dalen. Deze cycli kunnen meerdere jaren of zelfs decennia duren en hebben een uitwerking op de prestaties van beleggingen. Tijdens een neerwaartse beweging kan de waarde van de belegging negatief worden beïnvloed. Indien een belegger geen rekening houdt met de economische ontwikkeling of hier niet correct rekening mee houdt en daardoor op een ongunstig tijdstip een belegging doet of aanhoudt, bestaat er een risico op verliezen.
Inflatierisico:
Inflatierisico is het risico dat een devaluatie van geld tot een vermindering van de reële vermogensbestanddelen en inkomsten leidt. Als de inflatie hoger is dan het rendement van een belegging, leidt dit tot een verlies van koopkracht. In dit geval spreekt men van een negatieve reële rente, wat een verlies aan reële inkomsten betekent.
Land-, overschrijving- en betalingsrisico:
Indien de debiteur zijn woonplaats in het buitenland heeft, kunnen betalingen worden vertraagd of niet worden uitgevoerd ondanks het vermogen en de bereidheid van de debiteur om te betalen, indien de buitenlandse staat invloed uitoefent op het kapitaalverkeer of de overdraagbaarheid van zijn valuta. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn bij economische of politieke instabiliteit. Dit land- of overschrijvingsrisico kan een belegger financieel benadelen.
Valutarisico:
Wanneer een belegging in een vreemde valuta wordt gedaan, kan het reële rendement van een belegging verschillen van het nominale rendement op een belegging. Indien de wisselkoersen zich ongunstig ontwikkelen, kan alleen al deze verandering in de wisselkoers de belegger financieel benadelen. Indien de vreemde valuta waarde verliest ten opzichte van de valuta van de belegger, kan de wisselkoers resulteren in een waardeverlies bij terugkopen.
Volatiliteit:
De koersen van de beleggingen fluctueren in de loop der tijd. Volatiliteit is de maatstaf voor deze fluctuaties. Hoe hoger de volatiliteit van een belegging, hoe meer de koers kan fluctueren. Daarom is beleggen in kapitaalbeleggingen met een hogere volatiliteit riskanter, omdat het een hoger risico op verlies inhoudt.
Liquiditeitsrisico:
De beurswaarde van beleggingen is onderhevig aan fluctuaties. Er kan een bepaalde periode verstrijken tussen de opdracht tot aankoop of verkoop van een belegging en de uitvoering ervan. Deze periode hangt af van hoe liquide de markt is. Voor liquide beleggingen zijn er gewoonlijk voldoende kopers en verkopers om een continue en soepele handel te verzekeren. In het geval van niet-liquide investeringen of in marktfasen waarin er onvoldoende liquiditeit is, bestaat er echter geen garantie dat het mogelijk is om een belegging op korte termijn en met een geringe koerskorting te verkopen. Dit kan leiden tot financiële verliezen als bijvoorbeeld een belegging alleen met verlies kan worden verkocht.
Risico verbonden aan de aankoop van met krediet gefinancierde effecten:
Indien beleggingen worden gefinancierd door middel van leningen of indien aanvullende leningen worden aangegaan door effecten als onderpand te stellen, creëert dit een hefboomeffect op het belegde kapitaal. Als gevolg daarvan kan het risico van de belegger aanzienlijk toenemen. Indien de waarde van de belegging daalt, moet de lening mogelijk worden terugbetaald met extra middelen en kan de belegger gedwongen zijn om de belegging te verkopen. In het geval van hefboombeleggingen kan een daling van de waarde van de belegging ertoe leiden dat de kredietverstrekker een aanvullend onderpand eist en, indien deze niet wordt verstrekt, de lening opeist.
Fiscale risico’s:
Inkomsten uit beleggingen zijn onderhevig aan belasting voor de belegger. Belastingen en heffingen verminderen het werkelijk behaalde rendement van de belegger. Wijzigingen in de fiscale regelgeving voor inkomsten uit beleggingen en investeringen kunnen leiden tot een hogere belasting- en lastendruk. Beleggingen in het buitenland kunnen ook leiden tot dubbele belasting. Het belastingbeleid kan een positieve of negatieve uitwerking hebben op de koersontwikkeling op de kapitaalmarkten als geheel.
Kostenrisico:
Kosten hebben een aanzienlijke invloed op het rendement, omdat ze eerst moeten worden gedekt voordat winst kan worden gerealiseerd. Banken, financiële dienstverleners en fondsaanbieders brengen beheervergoedingen, commissies en andere kosten in rekening voor hun diensten. Naast de koers van de belegging worden bij de aankoop en verkoop van de belegging ook verschillende kosten gemaakt, zoals transactiekosten of commissies. Er moet ook rekening worden gehouden met lopende kosten, zoals de bewaarkosten van de effectenrekening. Er moet dus zorgvuldig worden omgegaan met de kosten van kapitaalbeleggingen.
Uitgaven:
Bij beleggingen in fondsen kunnen frontloading en interne administratie- en beheerkosten ontstaan. Houd er rekening mee dat het bedrag van de frontloading en de administratie- en beheerkosten kunnen variëren. De lopende administratie- en beheerkosten lopen op over een langere deelnemingsperiode. Hier staat tegenover dat de aankoop van een beleggingsfonds met een hoge frontloading voor een korte deelnemingsperiode duurder kan zijn. Indien de onderliggende effecten rechtstreeks worden gekocht, ontstaan de frontloading- en beheerkosten mogelijk niet of niet voor hetzelfde bedrag.
Risico van dalende aandelenkoersen:
Dalende koersen van de effecten in het fonds zijn in de deelnemingskoers van het fonds terug te vinden.
Risicoconcentratie:
Hoe gespecialiseerder een fonds is, bijvoorbeeld in een bepaalde regio, sector of valuta, hoe uitgesprokener het risico/rendementsprofiel. Dit betekent enerzijds een groter potentieel op koerswinst, maar anderzijds ook een hoger risico en een grotere volatiliteit.
Risico op onjuiste interpretatie van prestatiestatistieken:
Prestatiestatistieken worden gebruikt om het succes van het beheer van beleggingsfondsen te vergelijken. Ze zijn echter onderhevig aan interpretatie en slechts gedeeltelijk geschikt om het beleggingssucces van de belegger weer te geven. Zo wordt bijvoorbeeld vaak geen rekening gehouden met frontloading. Gegevens uit het verleden zijn geen betrouwbaar hulpmiddel voor toekomstgerichte beleggingsbeslissingen.
Risico van overdracht/beëindiging van bijzondere vermogensbestanddelen:
Onder bepaalde voorwaarden kunnen de bijzondere vermogensbestanddelen van het fonds worden overgedragen aan een andere beleggingspool of kan de vermogensbeheermaatschappij het beheer van het fonds beëindigen. In dergelijke gevallen kan het fonds doorgaan onder minder gunstige voorwaarden en bestaat het risico dat de belegger potentiële winsten misloopt.
1. Hoe ETF's en indexfondsen werken
Op de beurs verhandelde fondsen (exchange-traded funds hierna "ETF's" genoemd) en indexfondsen zijn open-end beleggingsfondsen. De belegger betaalt geld in het beleggingsfonds dat door de vermogensbeheerder wordt belegd overeenkomstig een vastgelegde beleggingsstrategie. Door de aankoop van gesecuritiseerde units verwerft de belegger een aandeel in de vermogensbestanddelen van het fonds.
Voor open-end beleggingsfondsen is het aantal deelnemingen onbeperkt; de vermogensbeheermaatschappij kan doorlopend nieuwe deelnemingen uitgeven of uitgegeven deelnemingen inkopen.
De prijsstelling van een open-end beleggingsfonds is gebaseerd op de nettovermogenswaarde. Dit wordt berekend door de totale waarde van de vermogensbestanddelen van het fonds te delen door het aantal deelnemingen in omloop.
Indexfondsen zijn beleggingsfondsen die een specifieke index volgen.
De aangeboden indexfondsen zijn beleggingsfondsen waarvan de deelnemingen niet op een aandelenbeurs worden verhandeld. ETF's zijn een speciale soort indexfondsen waarvan de deelnemingen op een aandelenbeurs worden verhandeld.
Naast de mogelijkheid om deelnemingen te verwerven en ze terug te geven aan de vermogensbeheermaatschappij, kunnen beleggers te allen tijde hun deelnemingen kopen of verkopen door op de aandelenbeurs te handelen. Elke ETF heeft een aangewezen marketmaker die liquiditeit op de aandelenbeurs verschaft door voortdurend zowel een bied- (koop)koers als een laat- (verkoop)koers te vermelden.
2. Risico's van ETF's en indexfondsen
Koersrisico's:
ETF's en indexfondsen worden niet actief beheerd, maar volgen in plaats daarvan passief de onderliggende index. Als gevolg daarvan zijn ze onderhevig aan dezelfde fluctuaties als de index zelf. De koersrisico's komen derhalve overeen met de volatiliteitsrisico's van de onderliggende indexen. De volatiliteit van een index is evenredig met de risico's die inherent zijn aan de effecten waaruit de index bestaat — aandelen en/of obligaties in het geval van Raisin-portefeuilles (zie punt 3 hieronder).
Wisselkoersrisico:
Indien de ETF of het indexfonds niet in de valuta van de onderliggende index is genoteerd, wordt de prestatie van de ETF of het indexfonds negatief beïnvloed indien de indexvaluta verzwakt ten opzichte van de valuta van de ETF of het indexfonds.
Replicatierisico (fysieke replicatie):
Er kunnen verschillen zijn tussen de waarde van de onderliggende index en de ETF of het indexfonds. Naast transactiekosten die via indexsamenstelling ontstaan, kan ook het tijdschema van dividendbetalingen en de fiscale behandeling een negatieve invloed hebben op de prestaties.
Tegenpartijrisico (synthetische replicatie):
Bij synthetisch replicerende ETF's bestaat het risico dat de tegenpartij bij de swap niet in staat is aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Dit kan leiden tot verliezen voor de belegger.
Buitenbeurshandel:
Indien transacties van ETF's of de onderliggende componenten buiten de beurshandelstijden worden uitgevoerd, bestaat het risico dat de prestaties afwijken van de onderliggende index. Dit kan gebeuren als de ETF en haar onderliggende componenten worden verhandeld op verschillende beurzen met verschillende beurshandelstijden.
3. Risico's van het onderliggende (index)
De ETF's en indexfondsen in de portefeuilles van Raisin volgen indexen die bestaan uit obligaties of aandelen. De risico's van deze effecten die hieronder worden beschreven, worden derhalve indirect weerspiegeld in het koersrisico van de ETF/het indexfonds:
a) Specifieke risico's van beleggingen in obligaties
Kredietrisico/emittentenrisico:
Rentedragende effecten (obligaties) worden uitgegeven door emittenten. Indien de kredietwaardigheid (kredietbeoordeling) van de emittent daalt of de emittent in staat van insolventie raakt, kan dit leiden tot waardeverlies of in gebreke blijven met betrekking tot de belegging. Een hoge kredietbeoordeling garandeert de kredietwaardigheid of solvabiliteit van de emittent niet – kredietbeoordelingen zijn subjectief.
Renterisico/koersrisico:
De koersontwikkeling van een obligatie is evenredig met de ontwikkeling van de marktrente. De ontwikkeling van de marktrente wordt beïnvloed door fiscaal beleid, monetair beleid, inflatie, de economie, het niveau van de buitenlandse rente en de wisselkoersverwachtingen. De impact is groter hoe langer de resterende looptijd van de obligatie en hoe lager de nominale rente. Indien de marktrente stijgt, wordt de belegger blootgesteld aan een koersverlies.
b) Bijzondere risico's van aandelenbeleggingen
Ondernemersrisico/insolventierisico:
De koper van een aandeel is een belegger in aandelen en dus mede-eigenaar van een aandelenvennootschap. De koper neemt deel aan de economische ontwikkeling van de vennootschap. Er bestaat het ondernemersrisico dat de aandelenvennootschap niet zal presteren zoals verwacht en dat de belegger het belegde kapitaal niet terugkrijgt. In het ergste geval – de insolventie van de vennootschap – kan de belegger het volledig belegde bedrag verliezen.
Koerswijzigingsrisico:
Aandelenkoersen zijn onderhevig aan onvoorspelbare fluctuaties. De prestaties van de aandelenkoersen worden beïnvloed door marktontwikkelingen en de inkomsten van de vennootschap. Op korte en middellange termijn kunnen deze factoren nog verder worden beïnvloed door de huidige gebeurtenissen en door de economische, monetaire en fiscale beleidsvoorwaarden.
Dividendrisico:
Indien de winsten of verliezen van een naamloze vennootschap laag zijn, kan het dividend worden verminderd of zelfs helemaal niet worden uitgekeerd. Dividendbetalingen in het verleden zijn geen betrouwbare graadmeter voor toekomstige dividendinkomsten.
Psychologie van marktdeelnemers:
Stijgende of dalende aandelenkoersen hangen af van de percepties en verwachtingen van de marktdeelnemers. Naast objectieve factoren, wordt hun beslissing om te kopen of te verkopen, beïnvloed door irrationele meningen en psychologisch gedrag van de massa. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot een stijgend koersverloop van de aandelen dat economisch niet te rechtvaardigen is.
Koersrisico:
De relevante aandelenkoers kan negatief wijzigen tussen het tijdstip waarop de opdracht wordt geplaatst en de uitvoering ervan op de beurs. Ondanks dat orders over het algemeen snel en betrouwbaar op de aandelenbeurs worden uitgevoerd, kunnen vertragingen niet volledig worden uitgesloten.
Opschorting van de handel:
In bijzondere situaties kan de beurs de vaststelling van de koers tijdelijk opschorten om sterke koersfluctuaties te voorkomen. In dit geval wordt een koop- of verkoopopdracht op een binnenlandse aandelenbeurs niet uitgevoerd en vervalt deze. Op een buitenlandse aandelenbeurs zijn de betreffende praktijken van toepassing.