Inflatie eurozone oktober 2025: grote verschillen tussen landen

Hoewel de inflatie in de eurozone in oktober 2025 licht daalde naar 2,1%, lopen de cijfers per land sterk uiteen. Sommige landen naderen prijsstabiliteit, terwijl anderen nog te kampen hebben met hardnekkige inflatie boven 4%.

Inflatie Europa

Home > Nieuws > Grote verschillen in inflatie binnen de EU in oktober 2025

25 november 2025

Grote verschillen tussen Noord en Zuid

In Frankrijk en Italië is de inflatie opvallend laag: respectievelijk 0,8% en 1,3%. Daarmee behoren beide landen tot de stabielste prijsregio’s van Europa.Ook Finland (1,4%) en Denemarken (2,1%) laten relatief gematigde prijsstijgingen zien.

Daartegenover staan Spanje (3,2%) en Nederland (3,0%), waar vooral de hogere kosten voor diensten en huisvesting de inflatie op peil houden. De Belgische inflatie bleef met 2,5% stabiel, net als in Duitsland (2,3%).

In het zuiden van Europa lijkt het inflatiegevaar dus grotendeels geweken, terwijl in het noorden en westen de prijzen nog langzaam blijven stijgen.

Inflatie per land (oktober 2025)

LandInflatie oktoberOpmerking

Nederland

3,0%

Licht gestegen door hogere dienstenprijzen en woningkosten

België

2,5%

Stabiel ten opzichte van vorige maand

Duitsland

2,3%

Stabiel, lichte stijging t.o.v. september

Frankrijk

0,8%

Laag niveau in één van de grootste Europese economieën

Finland

1,4%

Inflatie zwakt verder af

Italië

1,7%

Inflatie daalt verder

Spanje

3,2%

Aanhoudende prijsdruk door hoge prijzen van voedsel en energie

Oostenrijk

4,0%

Hoogste onder West-Europese landen

Roemenië

8,4%

Inflatiekoploper binnen de EU

Zweden

3,1%

Nog altijd ruim boven ECB-doel van 2%

Oost-Europa blijft inflatiekoploper

De sterkste prijsstijgingen vinden nog altijd plaats in Oost-Europa.Roemenië is met 8,4% de duidelijke uitschieter, gevolgd door Oostenrijk (4,0%), Kroatië (4,0%) en Hongarije (4,2%).

Ook de Baltische staten blijven bovengemiddeld: Letland (4,3%) en Litouwen (3,7%).

Gemiddeld ligt de inflatie in Noordwest-Europa rond de 2 à 3%, terwijl Oost-Europese landen nog kampen met hardnekkige prijsdruk boven de 4%.

ECB dichter bij doelstelling, maar waakzaamheid blijft

Met een gemiddelde inflatie van 2,1% in de eurozone ligt de inflatie nagenoeg op het ECB-doel van 2%. Voor de Europese Unie als geheel kwam de inflatie in oktober uit op 2,5%, iets hoger dan het eurozonegemiddelde, doordat de Oost-Europese lidstaten de cijfers optrekken.

De ECB benadrukte eerder dit najaar dat het beleid pas versoepeld wordt als de prijsstabiliteit “duurzaam geborgd” is. De kerninflatie (exclusief energie en voeding) ligt nog altijd rond 2,4%, wat duidt op aanhoudende prijsdruk in de dienstensector.

Volgens analisten is de kans op renteverlaging in de eerste helft van 2026 toegenomen, maar blijft het inflatiebeeld fragiel zolang lonen en dienstenprijzen sterk stijgen.

Wat betekent dit voor spaarders?

De afnemende inflatie is goed nieuws voor spaarders: het reële rendement op spaargeld verbetert. Bij een inflatie van 2,1% en spaarrentes rond 3,06% kan spaargeld eindelijk weer waarde behouden of zelfs laten groeien.

Via Raisin kun je eenvoudig spaarrentes vergelijken bij banken in heel Europa en online een spaarrekening openen met aantrekkelijke vaste of variabele rente. Zo profiteer je optimaal van de rustiger inflatie en een sterker spaarrendement.