Hypotheekrentes en spaarrentes: beide stegen ze flink de laatste jaren, maar de hypotheekrente steeg aanzienlijk harder dan de spaarrente. Hoe kan het dat er zulke grote verschillen zitten tussen de hypotheekrente en spaarrente? Hoe komen deze rentes tot stand? Raisin legt uit.

De spaarrente die spaarders ontvangen, beweegt mee met de ECB-depositorente.
Sparen is de afgelopen jaren door de hogere depositorentes aantrekkelijker geworden, maar lenen is juist duurder geworden. Dit heeft ook invloed op de hypotheekrente.
De hypotheekrente stijgt doorgaans harder dan de spaarrente. Hier zijn verschillende redenen voor, maar geldverstrekkers kunnen gemakkelijker een renteverhoging doorvoeren op nieuwe hypotheken, dan een hogere rente betalen op alle spaartegoeden.
De spaarrente die jij ontvangt op je spaarrekening hangt samen met het rentebeleid van de centrale banken. In Europa is dat de Europese Centrale Bank: de plek waar banken hun overschot aan spaargeld dat ze niet direct kunnen uitlenen stallen.
Een bank ontvangt rente van de Europese Centrale Bank om daar geld te stallen: de depositorente. Lange tijd was deze rente negatief en moesten banken dus geld betalen om hun spaartegoeden te laten overnachten. Dit werd doorberekend aan de consument.
Er was een tijd dat je bijna geen rente kreeg op je spaargeld of zelfs moest betalen om je spaargeld als consument bij een bank te stallen. Dat veranderde in 2022 toen de ECB besloot de depositorente te verhogen. De inflatie in Nederland was torenhoog en met dit rentebeleid probeerde de ECB de inflatie af te remmen.
De depositorente werd stapsgewijs verhoogd tot een recordhoogte van 4,00% in september 2023. Zodra de ECB de rente verhoogt, is het gebruikelijk dat banken volgen en hun spaarrentes ook verhogen. Dat gebeurde ook, maar in Nederland maar mondjesmaat. Terwijl de depositorente dus in 2023 maandenlang op een hoogtepunt van 4,00% stond, kreeg je bij de Nederlandse grootbanken niet meer dan 1,7% rente op je spaargeld.
Andere banken in de EU verhoogden hun rentes sterker, in lijn met de ECB-depositorente. Op het toppunt kreeg je bij sommige banken in de EU zelfs meer dan 4% rente op je spaarrekening of spaardeposito.
De inflatie is inmiddels flink afgezwakt en daalt verder richting het gewenste niveau van 2% per jaar. In 2024 verlaagde de ECB de depositorente dan ook in vier stappen tot 3,00% en ook in 2025 zijn al meerdere verlagingen doorgevoerd. Nu de inflatie in de gehele eurozone redelijk onder controle blijft, is de ECB-rente al meerdere malen op rij onveranderd gebleven.
De depositorente staat nu op 2,00% en veel spaarrentes in Europa schommelen ook rond dit percentage.
.png)
De hypotheekrente hangt sterk samen met de kapitaalmarktrente: de marktrente op leningen met langere looptijden. Dit zijn bijvoorbeeld rentes die bedrijven betalen op zakelijke leningen, banken betalen op leningen aan elkaar en de rente die overheden betalen als ze geld lenen (staatsobligaties). Is er sprake van een lage inflatie? Dan wordt er meer verhandeld en is de rente lager. Er is immers veel meer vraag.
Maar is er sprake van een hoge inflatie, zoals in 2022 het geval was? Dan wordt het op termijn duurder om te lenen. De rentes worden verhoogd om de inflatie af te remmen, want dan geven huishoudens en bedrijven namelijk minder geld uit. Tegelijkertijd wordt sparen dankzij hogere rentes aantrekkelijker. Lenen wordt minder aantrekkelijk gemaakt zodra de rentes op leningen hoger worden.
De ECB-depositorente en de kapitaalmarktrente bewegen grotendeels met elkaar mee. Stijgt de ECB-rente? Dan stijgt vaak ook de kapitaalmarktrente. Vervolgens zien we dezelfde stijging ook terug in de spaarrentes en hypotheekrentes.
Spaarrentes stijgen over het algemeen minder snel dan rentes op leningen, zoals de hypotheekrente. Als banken de variabele spaarrentes die ze betalen op spaartegoeden verhogen, is dit direct van toepassing op alle vrij opneembare spaartegoeden die bij de bank ondergebracht zijn. Iedereen die op dat moment spaargeld heeft bij een bank, profiteert dan van die hogere rente. Nederlanders hebben rond de 400 miljard euro aan spaargeld staan op variabele spaarrekeningen, dus iedere procent aan extra rente kost de banken 4 miljard euro. Dit is een ‘duur grapje’, en heeft een flinke invloed op de rentemarge tussen het kredietportfolio en de spaartegoeden.
Bij leningen, zoals hypotheken, werkt dat anders. Uitstaande leningen hebben een vaste rente en die kan niet aangepast worden. Banken kunnen alleen de hypotheekrente op nieuwe leningen verhogen.
Om als bank een gelijke rentemarge aan te houden, stijgt de hypotheekrente op nieuwe hypotheken dus sneller dan de spaarrente op alle spaartegoeden.
De verwachting voor de spaarrente is dat deze in 2025 stabiel blijft rond de 2%. Nu de inflatie al lang niet meer zo hoog is als in 2022 en is afgezwakt richting het gewenste niveau van 2% per jaar, is de kans groot dat de ECB voorlopig geen renteverlagingen meer doorvoert. En dat resulteert hoogstwaarschijnlijk in stabielere spaarrentes.
Ook de hypotheekrente is gedaald in 2025 en blijft nu naar verwachting redelijk stabiel. In december 2023 betaalde je nog ruim 4% rente op hypotheken met een looptijd tussen de 5 en 10 jaar. In augustus 2025 is de rente op deze hypotheken al gedaald naar zo'n 3,6% (bron: DNB)
Historisch gezien zijn dit nog steeds geen hoge hypotheekrentes. Aan het begin van de 21e eeuw betaalde je al snel rond de 6% hypotheekrente en in de jaren ‘90 waren hypotheekrentes van boven de 8% absoluut geen uitzondering.
Als je op dit moment nog spaart bij één van de Nederlandse grootbanken profiteer je weliswaar van een hogere spaarrente dan begin 2022, maar de rentes vallen in het niet bij de rentes die andere Europese banken aan spaarders bieden.
In het buitenland is veel meer vraag naar spaargeld, waardoor er hogere spaarrentes worden geboden dan in Nederland. Als Nederlander was het lange tijd ingewikkeld om in het buitenland een spaarrekening te openen, maar via Raisin open je heel gemakkelijk, volledig online én helemaal gratis spaarrekeningen bij onze meer dan 50 partnerbanken in de EU.
De hoogste spaarrente op vrij opneembare spaarrekeningen bij Raisin bedraagt op dit moment maximaal 1,86% per jaar. Op spaardeposito's, waar je je geld voor langere tijd vastzet, loopt de rente op tot wel 3,05% per jaar.
Na het openen van je account kun je onbeperkt spaarrekeningen en spaardeposito's openen en profiteren van hoge spaarrentes.