Fictief rendement in box 3 in 2025

Je betaal belasting over je spaargeld en beleggingen als je vermogen boven de vrijstelling in box 3 uitkomt. Hoeveel belasting je betaalt, wordt niet bepaald op basis van je daadwerkelijke rendement, maar op basis van een fictief rendement dat jaarlijks wordt vastgesteld. Lees hier alles over het fictieve rendement in 2025.

Fictief rendement in box 3 in 2025

HomeBox 3 belasting › Fictief rendement

Laatste update: 4 september 2025

In het kort

  • Bij forfaitair of fictief rendement maakt de Belastingdienst een aanname over het rendement dat je behaalt. Deze percentages worden jaarlijks vastgesteld.

  • Er wordt niet gekeken naar het daadwerkelijk behaalde rendement bij deze vorm van belasting.

  • Vanaf fiscaal jaar 2023 tot minstens 2027, blijft er gekeken worden naar het fictieve rendement. Daarna wil de Belastingdienst het daadwerkelijke rendement gaan belasten.

  • In 2025 is het voorlopige fictieve rendement op spaargeld vastgesteld op 1,44% en 5,88% op beleggingen. Voor schulden in box 3 wordt gerekend met 2,62%. Deze percentages kunnen nog bijgesteld worden.

Fictief rendement & belasting in box 3:

202420252026

Spaargeld

1,44%

1,44% (voorlopig)

Nog niet bekend

Beleggingen/vastgoed

6,04%

5,88%

7,77%

Schulden

2,47%

2,62%

Nog niet bekend

Vermogensbelasting

36%

36%

36%

Fictieve rendementen tot 2023

Tot 2021 werkte de Belastingdienst ook al met fictieve rendementen, maar werd er ook een fictieve verdeling tussen spaargeld en beleggingen gehanteerd.

Dat betekent dat je hetzelfde percentage belasting betaalde over spaargeld als over beleggingen, maar werd er wel gekeken naar de hoogte van je vermogen en in welke schijf dat bedrag viel.

  • In 2020 was het fictieve rendement voor de eerste € 72.797 (de eerste schijf) gemiddeld 1,789%. Over 67% van je vermogen in de eerste schijf werd een fictief rendement van 0,07% gehanteerd en over de overige 33% werd een fictief rendement van 5,28% gehanteerd. Tot € 1.005.573 (de tweede schijf) was het fictieve rendement over 21% van je vermogen 0,07% en over 79% was dat 5,28%. Had je meer dan € 1.005.573 aan vermogen (de derde schijf)? Dan werd 100% van je vermogen met een fictief rendement van 5,28% belast. Hier betaalde je 31% vermogensbelasting over.
  • In 2021 en 2022 werd een nieuwe rekenmethode geïntroduceerd. Je kon nog steeds gebruik maken van de oude methode van 2020 als die gunstiger voor je uitviel, maar je mocht ook de nieuwe methode toepassen, waarbij er een ander fictief rendement voor spaargeld dan voor beleggingen gold. In 2021 was het fictieve rendement op spaargeld 0,01% en op beleggingen 5,69%. In 2022 was het fictieve rendement op spaargeld -0,01% en voor beleggingen 5,53%.
  • In 2023 was het fictieve rendement op spaargeld 0,92% en voor beleggingen vastgoed 6,17%. Je betaalde 32% vermogensbelasting over je vermogen boven de heffingsvrije grens.

Wat is fictief rendement? (Betekenis)

Het fictieve rendement (ook wel forfaitair rendement genoemd) houdt in dat de Belastingdienst een aanname maakt over het rendement dat je behaalt. Op basis van deze aanname wordt bepaald hoeveel belasting je betaalt. In box 3 werkt de vermogensrendementsheffing, ook wel bekend als de vermogensbelasting of spaartaks, naar een forfaitair/fictief principe.

Voor de vermogensrendementsheffing in box 3 maakt het uiteindelijk niets uit hoeveel spaarrente je daadwerkelijk hebt ontvangen op je spaargeld of hoeveel rendement je hebt gemaakt met je beleggingen. Je wordt belast op basis van een veronderstelling over je rendement; een fictief rendement dus.

In de toekomst wordt je vermogen belast op basis van een werkelijk rendement. Die wens ligt er al langer, maar er zitten wat haken en ogen aan. Daarom is de introductie van dit nieuwe systeem uitgesteld tot ten minste 2028.

Op beleggingen wordt gemiddeld een hoger rendement behaald, dus worden beleggingen dit ook hoger belast. Deze nieuwe berekening pakt dus voordelig uit voor spaarders en mensen die weinig beleggen. Al zullen critici zeggen: het maakt het systeem eindelijk wat eerlijker.

Fictief rendement en het nieuwe systeem

De Belastingdienst werkt hard aan een systeem waarin het fictief rendement niet meer gehanteerd wordt, en het daadwerkelijke rendement belast gaat worden. Dit laat in de komende jaren nog op zich wachten. Het stelsel met het fictieve rendement is in ieder geval nog tot 2028 van kracht.

De Belastingdienst hanteert onder andere het langetermijnrendement op onroerende zaken, het langetermijnrendement op obligaties, en het rendement op aandelen om tot een fictief rendement te komen. In 2024 was het fictieve rendement op beleggingen 6,04% en op spaargeld 1,03%. In 2025 ging het fictieve rendement op spaargeld omhoog naar 1,44% en het fictieve rendement op beleggingen omlaag naar 5,88%.

In 2026 gaat het fictieve rendement op beleggingen fors omhoog naar 7,77%. Het is nog niet bekend met welke fictieve cijfers de Belastingdienst rekent als het gaat om spaargeld.

In 2025 en 2026 betaal je 36% vermogensbelasting, terwijl dat in 2023 nog 32% was.

Je mag altijd nog schulden boven de schuldendrempel en het heffingsvrije vermogen aftrekken van de berekeningsgrondslag.

  • In 2024 was het heffingsvrije vermogen € 57.000 (of € 114.000 als fiscale partners)
  • In 2025 is het heffingsvrije vermogen € 57.684 (of € 115.368 als fiscale partners).
  • In 2026 gaat de vrijstelling omlaag naar € 51.396 (of € 102.792 als fiscale partners).

Tot deze grens kun je belastingvrij sparen en/of beleggen.

Tot minstens 2028 blijft de overheid je vermogen dus belasten op basis van een fictief rendement. Maar wat als je daadwerkelijke rendement lager was? Vanaf de zomer van 2025 kun je (met terugwerkende kracht) je wettelijke rendement doorgeven aan de Belastingdienst met het formulier "Opgaaf werkelijk rendement".

Als blijkt dat je werkelijk rendement lager is, krijg je het bedrag dat je te veel betaalde aan belasting, terug. De Belastingdienst informeert je hierover per brief.