Lees hier alles over het nieuwe stelsel vermogensrendementsheffing en ontdek aan de hand van rekenvoorbeelden hoe je belastingaangifte over 2025 en 2026 eruitziet in box 3.
Home › Box 3 belasting › Wijzigingen box 3
Laatste update: 12 augustus 2025
In Nederland betaal je vermogensrendementsheffing over spaargeld en beleggingen boven de heffingsvrije grens in box 3. Sinds 2023 is er een nieuw belastingstelsel van toepassing. Tot minstens 2028 geldt deze 'overbruggingsvariant' waarbij je belasting betaalt op basis van een fictief rendement. Ondertussen werkt de Belastingdienst aan een nieuwe stelsel waarin je daadwerkelijke rendement belast wordt.
wordt je vermogen in box 3 boven de vrijstellingsgrens nog belast op basis van een jaarlijks vastgesteld op beleggingen en spaargeld.
In fiscaal jaar
is de vrijstellingsgrens en voor fiscale partners. In fiscaal jaar gaat de vrijstelling omlaag naar .Het
is in fiscaal jaar Voor 2026 is het fictieve rendement op spaargeld nog niet bekend. Het is al definitief vastgesteld o en in gaat dit flink omhoog naarDe
over het fictieve rendement bedraagt in 2025 en 2026 .Het nieuwe box 3-stelsel (overgangsstelsel tot minstens 2028) maakt gebruik van drie getallen om tot de uiteindelijke berekening van de belasting te komen.
Allereerst wordt het gemiddelde rendement op het vermogen berekend, aan de hand van het beleggingsdeel, spaardeel en de schulden. Hierbij draait het dus niet meer om een aangenomen beleggings- en spaardeel, maar om hoeveel geld een belastingplichtige daadwerkelijk in beleggingen (en ander vermogen en bezittingen, zoals een tweede woning) en spaargeld heeft staan.
Dit gemiddelde rendement op het vermogen wordt vermenigvuldigd met de grondslag sparen en beleggen om tot het belastbare rendement op vermogen te komen. Dit belastbare rendement op vermogen wordt vervolgens vermenigvuldigd met het belastingtarief (36% in 2025 en 2026) om te komen tot de uiteindelijke belasting.
Tot de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 gold voor box 3 een schijvensysteem, vergelijkbaar met box 1. De opbouw was weliswaar anders, maar in de praktijk betaalden belastingplichtingen in iedere schijf een hoger percentage, en net zoals in box 1 vielen mensen met meer vermogen in hogere schijven.
Dit stelsel was té oneerlijk voor mensen die alleen maar spaarden. De Belastingdienst nam aan dat ook zij belegden en rendement behaalden, terwijl deze conservatievere spaarders juist moesten inleveren op hun spaarrekeningen en in de werkelijkheid helemaal geen rendement behaalden.
Nederland kent nog altijd een eenvoudig systeem bij het bepalen van de belasting op vermogen. De Belastingdienst kijkt (nog) niet naar het werkelijk behaalde rendement, maar gaat uit van een fictief rendement.
In het jaar 2025 wordt er gerekend met een fictief rendement van 1,44% op spaargeld. Over je beleggingen en overige vermogen wordt een hoger fictief rendement gehanteerd; in 2025 bedraagt dit 5,88%.
Ook in 2026 wordt het vermogen in box 3 nog belast op basis van een fictief rendement. Voor beleggingen en overig vermogen gaat het fictief rendement in 2026 omhoog naar 7,77%. Het voorlopige fictieve rendement op spaargeld voor fiscaal jaar 2026 is nog niet bekend.