Belastingschijven in 2025: Volledig overzicht

In box 1 betaal je belasting over het inkomen dat je genereert uit je werk of eigen woning. Onder ‘inkomen uit werk’ valt bijvoorbeeld je salaris (in loondienst of als ondernemer), een eventuele uitkering of AOW en pensioen dat je ontvangt.

Onder ‘inkomen uit woning’ valt het eigenwoningforfait: een bedrag dat je moet optellen bij je overige inkomsten uit werk, waar je uiteindelijk belasting over betaalt. 

In box 1 mag je ook een aantal aftrekposten toepassen:

• Reiskostenaftrek als je gebruik hebt gemaakt van het OV

• Pensioen: Geld dat je in je pensioen stopt (het bedrag tot je jaarruimte is het jaarlijkse grensbedrag dat je belastingvrij in je pensioen mag stoppen)

• Hypotheekrenteaftrek als je een hypotheek hebt op je woning in box 1

In 2024 werkte de Belastingdienst nog met twee belastingschijven in box 1, in 2025 is er een extra schijf bijgekomen. Ook zijn de grensbedragen per schijf iets omhoog gegaan. Onderstaande belastingschijven zijn van toepassing:

Het Eigenwoningforfait (Ewf) is een percentage van de WOZ-waarde van je koopwoning.  Je rekent met de WOZ-waarde van je woning uit het jaar vóór het jaar waarin je aangifte doet. In 2026 doe je aangifte over belastingjaar 2025, maar reken je dus met de WOZ-waarde van je woning op 1 januari 2024. 

In de tabel hieronder zie het percentage Eigenwoningforfait dat hoort bij de WOZ-waarde van jouw woning op 1 januari 2024. De percentages voor belastingjaar 2025 zijn hetzelfde als belastingjaar 2024. Het percentage vermenigvuldig je met de WOZ-waarde van je woning. Dit bedrag tel je op bij je inkomen uit box 1.

In box 1 zijn er allerlei heffingskortingen die mogelijk van toepassing zijn op jouw situatie. Hieronder vind je een overzicht van alle heffingskortingen en de hoogte van elke korting:

In box 2 betaal je alleen belasting als je minimaal 5% van het kapitaal van een vennootschap in aandelen bezit. Maar een klein aantal Nederlanders krijgt dus te maken met box 2.

Voorheen had box 2 maar één schijf, maar in 2024 werden er al twee schijven geïntroduceerd. In 2025 wordt de belasting in de tweede schijf verlaagd van 33% naar 31%, boven een bedrag van € 67.804. De belasting in de eerste schijf van box 2 blijft ongewijzigd: 24,5%.

In box 3 wordt belasting over je spaargeld en beleggingen geheven. Elk jaar stelt de overheid een box 3-vrijstelling vast. Is je vermogen niet hoger dan dit grensbedrag? Dan hoef je geen vermogensrendementsheffing te betalen. 

In 2025 gaat de vrijstelling met € 684 omhoog ten opzichte van 2024:

In 2025 betaal je opnieuw belasting over een fictief rendement op spaargeld en beleggingen. Dit fictieve rendement wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid.  Het gaat om een voorlopig fictief rendement, de definitieve rendementspercentages worden vastgesteld in het jaar waarin je belastingaangifte doet over 2025 (in 2026 dus). 

Voor 2025 zijn de voorlopige fictieve rendementen vastgesteld op:

In 2025 betaal je over het fictieve rendement boven de box 3-vrijstelling 36% vermogensbelasting. Je daadwerkelijke rendement wordt voorlopig niet belast, het streven is om dit in 2028 te introduceren.

Heb je in 2025 minder rendement behaald dan het fictieve rendement dat wordt geheven? Dan kun je een speciaal formulier invullen, waarmee je belasting terugkrijgt. Dit formulier “Opgaaf Werkelijk Rendement” kun je invullen met terugwerkende kracht tot 2017. Raadpleeg deze pagina van de Belastingdienst voor de voorwaarden en regels omtrent dit formulier.

Als je aan groen beleggen of groen sparen doet, profiteer je van een extra belastingvrijstelling. In 2024 lag de vrijstelling op groene spaar- en beleggingsproducten nog ruim boven de € 70.000, maar in 2025 gaat de vrijstelling flink omlaag naar € 30.000.

Naast deze vrijstelling in box 3, heb je ook nog recht op een extra heffingskorting in box 1. Dit is 0,7% van het bedrag van de vrijstelling (tot € 30.000 per fiscale partner).

In box 3 kun je ook bepaalde posten fiscaal aftrekken. Bijvoorbeeld een lening die je bent aangegaan voor een beleggingsobject of een studieschuld. Hier lees je meer over schulden in box 3 en hoe je deze aftrekt van je box 3-vermogen in 2025.

We zetten de belangrijkste belastingontwikkelingen voor je op een rij:  

• In 2024 waren er nog twee schijven in box 1, in 2025 komt daar een derde schijf bij. Daardoor houden werkenden en AOW’ers netto meer over.

• In 2025 betaal je minder belasting over de tweede schijf in box 2: 31% in plaats van 33%. De meeste Nederlanders krijgen niet met box 2 te maken.

• De box 3-vrijstelling is in 2025 met € 684 omhoog gegaan naar € 57.684 per fiscale partner.

• Het fictieve rendement op spaargeld is voor 2025 voorlopig vastgesteld op 1,44%. Dat is hetzelfde percentage als in 2024. 

• Het fictieve rendement op beleggingen is in 2025 lager dan in 2024. Het percentage is voorlopig vastgesteld op 5,88%, terwijl dat in 2024 nog 6,04% was.

• De vermogensrendementsheffing in 2025 blijft onveranderd: 36%.